Een zwangerschap brengt veel veranderingen met zich mee, ook ten aanzien van werk. Op de eerste plaats komt een zwangere werknemer op een zeker moment in aanmerking voor verlof. In dit artikel lichten we de verschillende verlofvormen toe. Daarnaast kan er sprake zijn van ziekte, al dan niet gerelateerd aan de zwangerschap of bevalling. Ook hierover praten we je bij.
Als een werknemer zwanger is, heeft zij recht op verlof. Er zijn twee soorten verlof: zwangerschapsverlof en bevallingsverlof. In totaal kan er (minimaal) zestien weken verlof worden opgenomen.
Het zwangerschapsverlof gaat in tussen zes en vier weken voor de uitgerekende datum. De ingangsdatum bepaalt de werknemer zelf. Alles wat ze korter dan zes weken aan zwangerschapsverlof opneemt, wordt opgeteld bij het bevallingsverlof. Zo komt het gehele verlof altijd uit op minimaal zestien weken. Neemt een werknemer bijvoorbeeld vier weken zwangerschapsverlof op, dan heeft ze recht op twaalf weken bevallingsverlof.
Vroeger moesten werkgevers een zwangerschapsverklaring aanleveren bij het UWV om een uitkering aan te vragen. Tegenwoordig is dit niet meer verplicht. Wel kan het UWV de zwangere om een zwangerschapsverklaring vragen.
Het bevallingsverlof bedraagt minimaal tien weken en gaat in op de dag na de bevalling. Wanneer iemand later dan de uitgerekende datum bevalt, kan het dus zijn dat het totale verlof langer duurt dan zestien weken. Dit geldt ook als de baby na de bevalling langdurig in het ziekenhuis moet verblijven. Is het kind te vroeg geboren? Dan telt de werkgever de dagen dat het verlof korter duurde dan zes weken, op bij het bevallingsverlof.
Een werknemer mag de laatste periode van het bevallingsverlof (vanaf zes weken) in delen opnemen. Dit kan gespreid over een periode van maximaal dertig weken. Het verzoek hierom dient uiterlijk binnen drie weken na bevalling te worden ingediend bij de werkgever.
Het is mogelijk dat een werknemer tijdens de zwangerschap ziek wordt. Dit kan zwangerschapsgerelateerd zijn of niet. Op basis hiervan wordt bepaald of dit voor rekening is van de werkgever of van het UWV.
Wanneer er sprake is van ziekte als gevolg van de zwangerschap, dan verloopt de re-integratie hetzelfde als bij een normale ziekmelding. Is de werknemer zes weken voor de uitgerekende datum (nog) ziek door de zwangerschap, dan gaat verplicht het zwangerschapsverlof in.
Is er na het bevallingsverlof nog steeds sprake van ziekte, dan dient de werknemer zich ziek te melden. Is de oorzaak van het verzuim gerelateerd aan de zwangerschap of de bevalling, dan behoudt de werknemer het recht op een uitkering vanuit het UWV.
Is een werknemer ziek, maar is dit niet gerelateerd aan de zwangerschap of de bevalling? Dan wordt de ziekmelding als een normale ziekmelding behandeld. Het is dan belangrijk dat de Wet verbetering poortwachter wordt gevolgd. Meer informatie over deze wet en ook het re-integratietraject vind je in onze blog: Je bent ziek. Wat nu?
Let op: wordt een onlangs herstelde werknemer binnen 28 dagen opnieuw ziek, dan wordt dit als één doorlopende ziekmelding gezien. Dit kan van invloed zijn op de verplichtingen die de Wet verbetering poortwachter stelt. Denk aan het opstellen van een probleemanalyse.
Wanneer een werknemer zwanger is en gaat bevallen, heeft diegene recht op verlof. Dit kan zwangerschapsverlof of bevallingsverlof zijn. Als er daarnaast sprake is van ziekte, is het belangrijk om te weten of deze gerelateerd is aan de zwangerschap en/of de bevalling. Er zijn een aantal uitzonderingen die een werknemer het recht geven op een langere verlofperiode. Denk aan adoptie of de zwangerschap van een meerling. Op de website van het UWV lees je meer over deze uitzonderingen.
Wil je meer weten over dit onderwerp? Kijk dan ook eens naar de verdere dienstverlening die wij hiervoor aanbieden.
Heb je vragen over het combineren van zwangerschap en werk? Neem dan contact met ons op.